Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Ballings

betekenis & definitie

Ballings - Jacques, letterkundige. * 9 Apr. 1881 te Gorcum, uit Vlaamschen vader en Waalsche moeder; sedert 1888 in België verblijvend, onderwijzer te Vollezeele tot 1910, daarna bediende aan een ministerie te Brussel. Zeer vruchtbaar, populair en gezond bourgeois-schrijver, vooral bekend als allerwaardigst tooneelauteur, gunstiger in Noorddan in Zuid-Ned.

Zijn tooneelwerk heeft maar geringen diepgang, is betrekkelijk gelijkvormig naar bouw en inhoud: liefde en huwelijk, romantisch en komisch belicht, binnen een vaagjes gekleurd tijdsbeeldje, zijn er schering en inslag, en het op intrigue of vergissingen gebouwd spel, naar het oudere model, krijgt doorgaans de voorkeur; het is zeer vlot en levendig gedialogeerd in volksche maar toch keurige taal. Ongewoon veel opgevoerd: in de jongste jaren en alleen voor Vlaanderen meer dan 1 350 vertooningen per seizoen.

Werken: een bundel novellen : Dorre Lente (1911); ca. 120 schetsen, verschenen in : De Volksmissionaris (onder deknaam Jacobus De Mindere), in : Ons Volk ontwaakt, e.a.; ca. 100 liederteksten ; ca. 80 in druk verschonen tooneelstukken, meestal blijspelen.

Godelaine.

< >