Balbo - 1° Cesare, graaf, Italiaansch staatsman en schrijver, * 21 Nov. 1789 te Turijn; ♱ 3 Juni 1853 aldaar. Zoon van Prospero.
Vervulde bestuurs- en rechterlijke functies in het Napoleontische tijdvak, hoewel hij, niet het minst als stichter van de Accademia dei Concordi (1804), aan zijn vaderlandslievend ideaal getrouw bleef. Na den val van Napoleon I begaf hij zich als gezantschapsattaché met zijn vader naar Madrid (1817). In 1821 moest hij, ten onrechte verdacht van deelname aan de Piëmonteesche omwenteling, naar Frankrijk uitwijken. Nadat hij in zijn geboortestad was teruggekeerd, wijdde hij zijn tijd aan de beoefening der geschiedenis en gaf toen zijn voornaamste werken — ook politieke geschriften — in het licht. Zijn ,,Delle speranze d’Italia” werden, met het werk van Gioberti over het primaatschap, ’t program van de nieuwe partij der gematigde liberalen. Als hoofd dezer partij bekleedde hij in 1847—’48 een belangrijke plaats in de leiding der Italiaansche aangelegenheden en trad zelfs als minister-president in Sardinië op (13 Maart—25 Juli 1848); doch na den dood van koning Karei Albert, onttrok hij zich aan alle politieke bemoeiingen.
Zijn ideaal was de onafhankelijkheid van Italië, met behoud van de macht van den paus, dien hij in 1848 tevergeefs had trachten te winnen voor de Italiaansche zaak. B. was een rechtschapen man, een geleerde en een denker, een overtuigd patriot en Katholiek. Een standbeeld werd voor hem te Turijn opgericht.
Werken: Studii sulla guerra dell’ independenza di Spagna (1817); Quattro novelle di un maestro di scuola (1829); Storia d’Italia sotto ai Barbari (1830); Pensieri ed esempi (1832); Vita di Dante (1839); Delle speranze d’Italia (1843 ; laatste uitg. door Corbelli, Turijn 1922); Sommario della storia d’Italia (1844, laatste uitg. door Solmi, Milaan 1927). Sedert 1847 redigeerde B. met Cavour het Turijnsche blad „II Risorgimento”, waarin hij een reeks van opstellen schreef. — De meest volledige uitgave zijner werken werd vervaardigd te Florence, 40 dln. 1854-’60. — L i t.: A. Vismara, Bibliografia di C.B. (Milaan 1882); E. Passamonti, C.B. e la Rivoluzione del 1821 in Piemonte (Turijn 1923); Dizionario del Risorgimento, onder redactie van M. Rosi (II Milaan 1930). Lousse. 2° Italo, fascistisch leider, staatsman en eerste luchtmaarschalk van Italië; * 6 Juni 1896 te Ferrara. Maakte in 1930 met een tiental vliegbooten der Italiaansche luchtvlooteen oceaanvlucht naar Brazilië, en in 1933 met een eskader van 24 vliegtuigen een tocht over den Atlantischen Oceaan naar Chicago.
3° Prospero, graaf, Italiaansch geleerde en politicus, * 1 Juli 1762 te Turijn, Maakte in 1930 met een tiental vliegbooten der Italiaansche luchtvlooteen oceaanvlucht naar Brazilië, en in 1933 met een eskader van 24 vliegtuigen een tocht over den Atlantischen Oceaan naar Chicago.
3° Prospero, graaf, Italiaansch geleerde en politicus, * 1 Juli 1762 te Turijn, ♱ l4 Maart 1837 aldaar. Maakte zich vooreerst bekend door zijn werken in staatkundige eneconomischewetenschappen. Gezant van Sardinië te Parijs (1796—’98). Ambtenaar van Napoleon I in Piemont vanaf 1806, gezant van Victor Emanuel I te Madrid (1817) en herhaalde malen minister in de laatste regeeringsjaren van dezen koning. Onder Karel Felix viel hij in ongenade (1821—’31), doch werd door Karel Albert in eere hersteld. B. was meer geleerde dan staatsman.
Werken: Lezioni sul metro sessagesimale egizio ; Vita d’Antoni; Discorso suil’ Universita di Torino; Discorso sulla fertilità, del Piemonte. — L i t.: E. Passamonti, Cesare B. e la Rivoluzione del 1821 in Piemonte (Turijn 1923).