Baja caliiornia - (= Neder-Californië), een territorium van de Mexicaansche bondsrepubliek (28° N., 114° W.). Omvat het geheele schiereiland van Californië, heeft een lengte van 1300 km, een breedte van 40 tot 222 km, een opp. van 161000 km2, met 94600 inw. (1930).
Wordt ingedeeld in het N. district (hoofdplaats Mexicali) en het Z. district (hoofdplaats La Paz, tevens hoofdstad van het territorium).
Bodemgesteldheid.
De geheele streek is bergachtig; helt zacht naar den Stillen Oceaan, maar breekt tamelijk steil af naar de golf van Californië. Vooral de O.kust is met talrijke eilandjes bezoomd. B. C. bereikt haar grootste verhevenheid (3390 m) in de Sierra de S. Pedro Martir, ook nog het Calamahuegebergte genaamd. Op sommige plaatsen werd het oudere gesteente over groote uitgestrektheden door basaltlagen bedekt (vulkaan de las Virgines).
Klimaat.
De temperatuur is, van N. naar Z., subtropisch tot tropisch, aan de W.kust door zeewinden getemperd. In het algemeen is de neerslag gering, behalve in het hooggebergte (winterregens) en in het Z. gedeelte (felle zomervlagen). Overigens is het land een uitgestrekte woestijn (vooral tusschen 30° en 20° N.), die enkel bewoonbaar is in de canyonachtige valleien.
Economische beteekenis.
Deze ongunstige klimaatsomstandigheden staan de ontwikkeling van landbouw en veeteelt zeer in den weg. In de goed geïrrigeerde deltavlakte van de Colorado Rivier hebben de Amerikanen uitgestrekte katoenvelden aangelegd, die door Mexicaansche en Aziatische werklieden worden bewerkt. Andere voorname landbouwproducten zijn tarwe en maïs, druiven en in het Z. suikerriet. B. C. is tamelijk rijk aan delfstoffen: petroleum, zilver en goud, lood en koper.
Tegenwoordig zijn vooral de koperertslagen van El Boleo van belang, waarvan de productie via Santa Rosalia wordt uitgevoerd. De vischrijke wateren trekken talrijke Amerikaansche visschers. De voornaamste havens zijn Ensenada aan de W. kust, ten tijde der prohibitie basis voor den dranksmokkel naar de V. S., en La Paz aan de O. kust, tevens een centrum voor de paarlenteelt.
Geschiedenis.
B. C. werd voor het eerst in 1639 door Francisko Ulloa bezocht, en ontving haar eerste nederzetting in 1697. In 1697 vestigden de pp. Jezuïeten er hun eersten missiepost en telden er 16 rond 1776. In 1804 werd B. C. van Alta California gescheiden, waarmede het in 1825 weer vereenigd werd, om er in 1848, door de verovering van Alta California door de Ver. Staten, definitief van gescheiden te worden.
Lit.: H. H. Bancroft, North Mexican States and Texas; P. B. Bell, Mexican W. Coast and Lower Californie (Washington 1922); A. de Vivanco, Baja California al Dia (Los Angeles 1924).
Polspoel.