Bahr el ghasal - 1° bijrivier van den boven-Nijl, in het Zuid-West. gedeelte van den Engelsch-Egyptischen Soedan; vormt met de Bahr el Arab e.a. een moerasachtige streek, met rijken, doch ongezonden watervoorraad.
Overeenkomstig met zijn pogingen tot bezetting van den boven-Nijl, stichtte Leopold II in 1894 een versterking aan den oever van de Ada, bijrivier van de Bahr el Ghazal. Sultan Hoesein stond hem de ontginning af der kopermijnen van Hofrah-en-Nahas. Doch door de drukking der Mahdisten, moest hij weldra van deze bezetting afzien.
2° Provincie in den Z.W. Eng. Egypt. Soedan, met ongeveer een millioen inw., die vooral van de opbrengst van katoen en negerkoren leven; apostolisch vicariaat, met zetel te Wan.