Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Badinrichting

betekenis & definitie

Badinrichting - Aan stroomend water worden dikwerf badinrichtingen gebouwd bovenstrooms, ver van fabrieken gelegen, met niet overdekte zwemgelegenheid. Combinaties van overdekte bad- en open zwemgelegenheden, waarbij sportvelden zijn opgenomen, werden de laatste jaren veel bij groote steden gebouwd (Zuiderbad Den Haag 1925).

Een moderne b. heeft gewoonlijk een zwembassin met minimum opp. van 72 m2, met hellenden bodem, voor ⅓ diep 0,50 tot 0,70 m, en verder diep 2 à 3 m. Voor zwemmers wordt gerekend op 8 m2 en voor niet zwemmers op 2 m2 opp. per persoon. Algeheele waterverversching binnen min. 10 uur, temp.± 20°C. Soms wordt het afvloeiende water gereinigd en weer gebruikt. Desinfectie kan geschieden met sublimaat (1 g per 30 m8 water). In bassins zijn leeg- en overloop-inrichtingen. De constructie is gewoonlijk van gewapend beton: vloer en wanden bekleed met verglaasde lichte tegels.

Warme en koude douches, waschinrichtingen en toiletten zijn noodzakelijk, verder loopgelegenhcid langs het bassin, springplanken, trappen. De kleedkamers zijn bereikbaar vanuit een gang langs het bassin en een gang achter de kleedkamers. Gelet moet worden op een goede scheiding der seksen en gemakkelijk toezicht. Annexen zijn o.a. vertrekken voor bijzondere baden, voor heilgymnastiek en massage, voor het bijbrengen van drenkelingen, voor het bewaren van badgoed, voor administratie en het personeel. Bijzondere baden zijn o.m. voetbaden, zitbaden, stortbaden, heete-luchtbaden, stoombaden, medische baden, modder baden. Badhuizen voor volks- en schoolbaden zijn gewoonlijk eenvoudig, alleen voorzien van kuipen en reinigingsdouches.

De kleedkamers zijn licht, goed te ventileeren en verwarmd. Op den vloer een lattenrooster. De schuin geplaatste douches ca. 1 m boven het hoofd; de temp. van het water max. 35°C. Er wordt gestreefd naar zuinig waterverbruik en snelle, goedkoope behandeling.

Soms geschiedt het ontkleeden in cellen. Deze zijn ongeveer 1,5 m lang, 1,10 m breed, met tegels bekleed. Een klein muurtje scheidt deze kleedruimte met kleederhaken, spiegel en een kleine ingebouwde zitplaats van de eigenlijke doucheruimte. Van gemeentewege worden in volkrijke buurten bij voorkeur kleine badinrichtingen gebouwd (zie fig.).

Militaire b. zijn gewoonlijk eenvoudig, voorzien van douche-inrichtingen. In den oorlog werden deze gecombineerd met desinfectie-inrichtingen voor de gedragen kleeding en uitrusting der militairen.

Lit.: prof. F. Genzmer, Badeund Schwimmanstalten, Handbuch der arch. (IV 5e halfdeel 1921); Bijdrage tot de kennis van Volks- en Schoolbaden (Fischer 1911); Pöthe, Badetechnik der Gegenwart (1920).

Thunnissen.

< >