Auxospore - (Gr. auxanein = vergrooten, spora = zaad) noemt men het verjongingsstadium van de kiezelwieren. Bij de herhaalde deelingen worden zij ten slotte te klein en dan treden de a. op.
Er zijn twee soorten a., geslachtelijke en o n g e s l a c h t e l ij k e. Bij de eerste komen er twee individuen van dezelfde soort bij elkaar, die zich meestal eerst met een geleiachtig omhulsel omgeven. Door reductiedeeling valt iedere kern in vier andere uiteen, terwijl de plasmamassa’s zich in tweeën deelen. In iedere helft bevinden zich dan twee kernen, een groote en een kleinere. De twee helften (gameten) smelten ieder met een helft van het andere individu samen tot een a., waarbij de groote haploïde kernen zich vereenigen tot een diploïde en de kleine te gronde gaan. Bij de ongeslachtelijke a. komt de plasmamassa uit het pantser, omgeeft zich met een kiezelhoudcnde huid en gaat daarbinnen zich weer deelen. Bouman.