Autun - (Fr., 46° 50' N., 4° 20' O.), arr. hoofdstad dept. Saône et Loire, 287 m boven zee, 14 000 inw. (1931). Bisschopszetel.
Vele onderwijsinstellingen.
Talleyrand was er bisschop. Geboorteplaats van Mac-Mahon. Lat. naam Augustodunum, L i t.: Fontenay, A. et ses monuments (1889).
Kunst te Autun. Op de plaats van het oude door de Eduers bewoonde B i b r a c t e bouwden de Romeinen op rechthoekig plan een geheel nieuwe stad, met ommuringen, op de hoekpunten ronde torens (vier stuks) en vier ingangspoorten (nog bestaan Porte St. André en Porte Arroux). Resten van theater en amphitheater. Pyramide van Couard (waarsch. grafmonument) en de zgn. tempel van Janus. In de middeleeuwen week het stadsleven terug naar het Zuid-Oostelijk deel der stad, dat apart ommuurd werd.
Daar verrees in de 12e eeuw de kathedraal St. Lazare (bouwtrant van Cluny, abdijkerk) met drie beuken, atrium en afgesloten door drie ronde absiden (vaak gerestaureerd). De zijkapellen zijn in Gotischen stijl opgetrokken. Het Westportaal is buitengewoon breed en vertoont op een hoog tympaan het Laatste Oordeel (langwerpige figuren). In de stad verschillende middeleeuwsche torens en de fontein St.
Lazare (1543). In het Musée de la Société éduenne een belangrijke voorhist. verzameling (jonger steentijdperk) en merkwaardig beeldhouwwerk uit middeleeuwen en Renaissance. In het vroegere paleis is het Gemeentemuseum ingericht: enkele Ned. paneelen (15e en 16e eeuw) en een Geboorte van den Meester der Moulins. Verder Musée Lapidaire (sarcophagen) en bibliotheek met een vrij groot aantal verluchte hss. uit de 9e tot 12e eeuw.
L i t.: de Fontenay en de Charmasse, A. et ses monuments (1889); Terret, A. (La sculpture bourguignonne) (2 dln. 1925); Bonnerot, A. (1926); Frankl, Die frühmittelalterliche und romanische Baukunst (1926).
Knipping.