Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Aula, (zaal)

betekenis & definitie

Aula, (zaal) - (Lat., = hof; Gr. aulè), de hof om of vóór het huis of de binnenplaats tusschen de vertrekken. Koningshof of paleis.

Hofhouding, hovelingen; groote ontvang- en gehoorzaal van een school of universiteit. Bij de oude Christelijke kerken werd ook het schip a. genoemd. Zie Atrium.

< >