Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Auerswald

betekenis & definitie

Auerswald - 1° Alfred von, Pruisisch politicus. Zoon van Hans Jakob. * 16 Dec. 1797 te Marienwerder; ✝ 3 Juli 1870 te Berlijn.

Oorlogsvrijwilliger (1815); Burschenschafter. Lid van den Pruisischen provincialen Landdag (1837) en van den vereenigden Landdag (1847). Minister van binnenlandsche zaken en postwezen (Maart—Juni 1848). Lid van de Tweede Kamer (1849).

Daar hij echter een invloedrijk lid van de groep der oud-liberalen was, belette de regeering Manteuffel, dat hij in 1853 herkozen werd. Sedert 1845 was hij ook Generallandschaftdirektor der prov. Pruisen.

2° Hans Adolf, Erdmann von, Pruisisch generaal. Zoon van Hans Jakob. * 19 Oct. 1792 te Faulen bij Rosenberg (W. Pruisen), ✝ 18 Sept. 1848 te Frankfort a. Main. Bij den afval van Pruisen van Napoleon I (1813) trad hij in militairen dienst, bleef ook na Waterloo bij het leger en klom tot den rang van generaal-majoor op (1846). In 1848 werd hij als liberaalgezinde tot lid van het parlement te Frankfort gekozen en werd aldaar, bij den opstand van September, met prins Lichnowsky, door de opstandelingen vermoord.
3° Hans Jakob, Pruisisch staatsambtenaar. Vader van Alfred, Hans Adolf en Rudolf. * 26 Juli 1757, ✝ 3 April 1833 te Königsberg. Was aanvankelijk officier, trad (1787) in het burgerlijk bestuur en vervulde (1808—’24) de functie van Ober-Präsident van Oost-Pruisen, West-Pruisen en Litauen. In Jan. 1813 riep hij op eigen initiatief den Oost-Pruisischen Landdag bijeen, die den opstand tegen Napoleon inzette. Steunde later de hervormingen van Stein en Hardenberg. Lousse.
4° Rudolf von, Pruisisch staatsman. Zoon van Hans Jakob. * 1795 te Marienwerder, ✝ 1866 te Berlijn. Van Juni tot Sept. 1848 minister-president en minister van Buitenlandsche Zaken, bestreed hij de revolutie. In de Nationale Vergadering van dat jaar stond A. als gematigd liberaal de constitutioneele monarchie voor.

Lit.: Voigt, Beiträge zur Gesch. der Familie von A. (Königsberg 1824). V. Houtte.

< >