Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Auber

betekenis & definitie

Auber - Daniel François Esprit, opera-componist, * 1782 te Caen, ✝ 1871 te Parijs. Op 11-jarigen leeftijd schreef hij reeds romancen, die in de salons van het Directoire gaarne werden gezongen.

Hij werd als leerling-koopman naar Engeland gezonden, vanwaar hij echter in 1804 meer als musicus terugkeerde. De opvoering van zijn eerste dramatische composities (Julie, 1811 en Jean de Couvin, 1812) werd bijgewoond door Cherubini, die het groote talent van A. opmerkte. In 1812 werd hij zijn leerling en door ernstige studie onder Cherubini ontwikkelden zich de gaven van A. zeer snel. Zijn eerste succes beleefde hij in 1820 met de opera La bergère châtelaine; van nu af tot aan zijn laatste werk Rêves d’amour (1869) was zijn leven een aaneenschakeling van groote en kleine triomfen.

Voornaamste opera’s: Le maçon (1825); La muette de Portici (1828), waardoor hij wereldberoemd werd; Fra Diavolo (1830); Le cheval de bronze (1885); Manon Lescaut (1856). — Lit.: Ch. Malherbe, Auber (les Musiciens célèbres 1911). Piscaer.

< >