Atmospherische storingen - noemt men in de radiotechniek de storende bijgolven, die hun oorzaak vinden in meer of minder plotselinge veranderingen van den electrischen toestand van de atmospheer, waarvan de bliksemontlading de sterkste is. en welke door de groote intensiteit der ontlading over grooten afstand worden voortgeplant. De bijgolven worden tegelijk met de golven van den zender opgevangen en veroorzaken in den luidspreker onaangename sissende, bruisende, knetterende, borrelende en krakende geluiden.
Men heeft geobserveerd, dat voortdurend tot 400 onweersbuien gelijktijdig op den aardbol hare electrische energie ontladen. Aangezien atmospherische storingen geen bepaalde frequentie hebben, kunnen zij niet van het binnenkomend signaal gescheiden worden; wel is in het ultra-kortegolfgebied (10—80 m) de intensiteit zeer gering of practisch nul.
Stekelenburg.