Atmospherische getijdenbewegingen - bepaalde periodische luchtdrukschommelingen, vooral in de tropen goed waarneembaar. Dagelijks twee minima en maxima.
Luchtdrukverschil tusschen min. en max. ± 2 mm.
I.Oorzaak: ten eerste het optreden van een tweemaaldaagsche temperatuurgolf op aarde; ten tweede de aantrekking van zon en maan (zie Getijdenbewegingen).
II.Vormen van getijdenbewegingen :
1° z o n g e t ij d e n, door gravitatie- en thermische werking :
a) eenmaal daagsch zongetij;
b) tweemaaldaagsch zongetij; dit bestaat uit twee oscillaties, ten eerste de equatoriale trilling, volgens E. Alt trillingsmax. om 9 u.30 plaatselijke tijd; ten tweede de meridionale trilling, polaire stations op zelfde breedte gelijktijdig:
le min. om 5u 20 ’s morgens (Greenwichtijd)
le max. om llu 20 `s morgens ( „ )
2e min. om 5u 20 `s middags( „ )
2e max. om llu 20 ` s avonds ( „ )
c) driemaaldaagsch zongetij;
d) viermaaldaagsch zongetij;
2° Maangetijden, alleen door gravitatiewerking. Zeer onduidelijk.
III.Gevolgen van getijdenbewegingen:
1° Verticale bodembewegingen, volgens G. H. Darwin bij passeeren van depressie met luchtdrukverschil tusschen max. en min. ± 5 cm, max. stijging 10 cm.
2° Hellingverandering van den bodem, max. 0.01". 3° Vrijkomen van spanningen in den vorm van aardbevingen. S. Tromp.