Atlas-gebergte - tertiair geplooide bergstreek in N.W. Afrika; beslaat Marokko, Algerië en Tunis. Het bestaat uit een centraal hoogland, dat door twee Z.W.—N.O. gerichte gebergten wordt begrensd.
Ten N. bevindt zich een kustgebergte dat Teil (2 000 m) genoemd wordt in Algerië en Tunis en dat in Marokko den steilen Rif-Atlas (2 500 m) vormt. Men treft er zeer vruchtbare valleien aan, en hier en daar overblijfselen van oude massieven, die hoofdzakelijk uit kristallijne gesteenten zijn opgebouwd, bijv. Kabylië.
De Zuidelijke of Sahara-Atlas vormt in Tunis twee nagenoeg evenwijdige ketens; in Algerië een reeks bergen (2 300 m), door passen van elkander gescheiden; in Marokko bereikt de Hooge Atlas 4 500 m; hij vormt cr een drievoudig ingewikkeld massief, dat de hoogvlakten sterk inkrimpt, en dat, door een ombuigen naar het Z.W., het vormen van een uitgestrekt laagland langs den Atlantischen Oceaan heeft vergemakkelijkt. Het ombuigen van het Rif in N.W. richting verbreedt nog deze kustvlakte. De vulkanische werkzaamheid heeft het reliëf van den Westelijken Atlas sterk beïnvloed.
Tusschen deze Atlasketens breiden zich de hoogvlakten uit, die vooral in Algerië en in O. Marokko zeer ontwikkeld zijn; daar liggen ook de moeras- en zoutachtige sjots (chotts).
Voor wateren, klimaat, planten, dieren, bewoners, politieke en economische ontginning, toerisme en literatuur, zie Algerië, Marokko, Tunis. V. Asbroeck.