Assemblées du clergé zijn de bijeenkomsten van de vertegenwoordigers der geestelijkheid van Fr., zooals dit land in 1661 in diocesen was ingedeeld. Na de A. van Poissy (1561) en vooral na die van Melun (1579) kreeg dit instituut een vasten vorm. Men onderscheidde voortaan de groote A., die met vier afgevaardigden van elk diocees, onder wie twee van de hoogere geestelijkheid, om de 10 jaar werden gehouden, en de kleine A., die vaker met slechts twee afgevaardigden bijeengeroepen werden.
Punten van behandeling waren: de actueele godsdienstige vraagstukken en de vaststelling der geldsommen, die bij wijze van vrijwillige belasting aan den staat door de geestelijkheid zouden worden afgedragen. Juist door die vrije geldsommen had de clergé een grooten invloed op de regeering. Werkten de A. door haar bestrijding van het Calvinisme in de 16e eeuw heilzaam voor den Kath. godsdienst, in haar houding tegenover het Jansenisme en Gallicanisme hebben ze de macht der Kerk ten zeerste geschaad.
Lit.: L. Serbat, Les A. du clergé de France. Origines, organisation, développement, 1561—1615 (Parijs 1915); Dr. J. de Jong, Handb. der Kerkgesch. (III 21932,8—12). Wachters