Asbelasting of asdruk is de last, door elke as van een rij- of voertuig gedragen. Is afhankelijk van voertuigtype, geremd of niet geremd, draagkracht der verkeerskunstwerken, maximale snelheden ; zie Bruggen, Spoorwegen, Wegenbouw. Naar verschillende soorten ingedeeld, kan men voor de a. aannemen:
1° bij een door paarden getrokken vrachtwagen: 1 tot 3 ton.
2° Bij een vrachtauto: 5 tot 20 ton; hierbij wordt de last soms over meer dan 2 assen verdeeld.
3° Bij een stoomtram: voor de locomotief: 6 tot 8 ton; voor een rijtuig: 6 tot 10 ton; voor een goederenwagen: 5 tot 6 ton.
4° Bij een electrische tram: (stadslijnen) 6 tot 8 ton; (buitenlijnen) tot 8,5 ton.
5° Bij electrische spoorwegen, bijv. van de Z.H.E.S.M., voor motorrijtuigen ca. 16 ton (4 assen), in het buitenland soms dezelfde a. bij 5 assen.
6° Bij spoorwegrijtuigen en goederenmaterieel 10 tot 20 ton en hooger.
7° Bij electr. en stoomlocomotieven 10 tot 20 ton voor Europa; in Amerika tot 34 ton en hooger, met toepassing van zeer uiteenloopende assenschema’s. Zie Locomotieven.
Bij de spoorwegen wordt a. uitgedrukt in tonnen bij stilstaand voertuig onbelast of op normale wijze belast. De maximaal optredende a. kan van den normalen belangrijk afwijken: doorloopen van bogen ; zie Remsysteem.
A. is maatgevend: bij actieve assen voor aanzettrekkracht van de gedreven as; bij passieve assen voor weerstand van de gesleepte as; bij beide astypen voor de remkracht van de as. P. Bongaerts/Beynes