Asahan, met de hoofdplaats Tandjoeng Asahan, behoort tot Sumatra’s Oostkust en het stroomgebied van de Asahanrivier, welke uit het Toba Meer komt en aan den mond sterk verzand is, waardoor de haven stroomaf verlegd is van Tandjoeng Balai naar Telok Niboeng. A. is vrij vlak, alleen heuvelachtig tegen de Tobalanden aan. De inlandsche bevolking doet zeer weinig aan veeteelt, terwijl de visscherij aan de kust veel in handen is van Chineezen. Inlandsche nijverheid is van weinig beteekenis.
De landbouw brengt vooral rijst, klappers en pinangnoten voort. A. is het eenige deel van S.O.K., waar voor de komst van de tabakkers rijstbouw voorkwam. In 1884 is de Eur. tabakscultuur ingevoerd, welke niet zulk een opgang gemaakt heeft als in Deli, omdat bodem en klimaat er minder geschikt voor zijn. In plaats van de tabak is veel rubberaanplant gekomen.
Het hoofdvolk is dat der Bataks, waaronder echter veel typisch volkseigen verdwenen is. Aan de riviermonden zitten van ouds veel Maleiers van den overwal, die er eertijds een uitgebreiden slavenhandel dreven. Met de Eur. cultures zijn er vele vreemde elementen binnengekomen, vooral Chineezen, Japanners, Soendaneezen, Klingaleezen en Minangkabauers. De Islam dringt er sterk onder de bevolking door. v. Vroonhoven