Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Artel

betekenis & definitie

Artel - In Rusland naam van vereeniging of vrijwillige gemeenschap, meestal van handwerkslieden, die zich vereenigden met het doel zich bezig te houden met hetzelfde bedrijf, handel of werk, waarbij alle deelnemenden gelijke rechten bezaten, werk en kapitaal in den A. brachten en deelden in te behalen winst. Hoewel het woord Artel van Tataarschen oorsprong schijnt te zijn (arta = gemeenschap), bestond de A. in Rusland reeds voor de Tataarsche overheersching. Te Nowgorod bestond volgens de oude Russische kronieken in de 11e eeuw ccn A. van visschers, te Smolensk in de 12e en 13e eeuw een A. van schippers, terwijl men verder leest van Artels van jagers, woudarbeiders enz. De deelnemers (Artelstjik) kozen uit hun midden een voorzitter, welke de algemeene zaken van den A. voert. De meeste A. waren volkomen onafhankelijk en hadden zelf htm kapitaal bijeengebracht; andere hadden hun geldmiddelen geleend en betaalden den geldschieters een deel van de winst.

De organisatie van den A. was uiterst eenvoudig. Sedert de 17e en 18e eeuw vond men de A. over geheel Rusland verspreid. In de 19e eeuw waren vooral bekend de A. der verhuizers, der stationskruiers, ook die der tuinieren, leerlooiers, enz. Zij genoten volop vertrouwen van regeering en particulieren; hun leden stonden bekend wegens hun arbeid en orde.

Hoewel de A. in zeer veel doet denken aan de moderne coöperatieve vereenigingen zoowel als aan de oude gilden, mag niet vergeten worden, dat de A. een zeer specifiek Russische instelling was, zoodat de Slavianophielen den A. dikwijls beschouwden als de basis van het Russische vereenigingsleven en in Artel en Mir de grondslagen zagen van het Russische rijk. Ook in het Russische leger bestonden de A., als vereenigingen voor aankoop van levensmiddelen bij verschillende militaire onderdeelen. De Sovjet-regeering heeft het Artel-stelsel vernietigd.

Lit.: Kalatsjef, De Artel in het oude Rusland (Russisch, St. Petersburg 1869); Grunwald, Das Artelwesen (St. Petersburg 1877); vgl. Raptschinsky, Geschiedenis van het Russische volk (1927).

< >