Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Arisch

betekenis & definitie

Arisch - werd vroeger gezegd voor Indo-Germaansch. Thans in de taalwetenschap uitsluitend gebruikt als benaming van den Indo-ïraanschen tak der IndoGermaansche talen, omvattende Indisch (* oud-, middel-, nieuw-Indisch) en Iraansch. Kenmerken van het Arisch zijn de vereenvoudiging van het vocalisme: alleen a, I, ü; neiging tot „cerebrale” uitspraak, vooral in het Indisch; genit. plur. op -nam Gr.: -oon); enz. •> Arja.

< >