Appenzell - 1° kanton in het N.O. van Zwitserland, reikt van het Santisgebergte N.W. tot in het Alpenvoorland. Woudrijk. Sitter en Umasch doorstroomen het land. Landbouw minder belangrijk dan veeteelt en industrie.
Behoorde vroeger tot de abdij St. Gallen; heeft zich na langdurigen strijd hiervan losgemaakt en werd in 1613 als lid van het eedgenootschap opgenomen. In den tijd der Reformatie heeft A. zich in twee halfkantons gesplitst: A. Innerrhoden en A. Ausserrhoden.
A. Innerrhoden, 18 269 km2, 14 600 inw., is Katholiek. Oud-Zwitsersche gebruiken zijn hier het best bewaard gebleven. Bestaansmiddelen: veeteelt, zijdeweven en borduren als huisindustrie. A. Ausserrhoden, 24 271 km2, 66 400 inw., meest Protestant, hoofdplaats Herisau; 2/3 van de bevolking leeft van handel en industrie (katoen-, mousseline- en borduurwerkfabricatie). Beide halfkantons hebben een zuiver democratisch bestuur.
2° Hoofdplaats van het halfkanton Appenzell-Innerrhoden; 781 m boven zee, in het dal van de Sitter; 6 140 inw. Uitgangspunt van het vreemdelingen-verkeer naar het Santisgebergte. Lips.