Antimilitairisme - geestesstrooming, vooral ontwikkeld onder en na den grooten oorlog. Er is een a., dat zich tegen verplichten militairen dienst verzet, omdat het een inbreuk zou zijn op de vrijheid der burgers. Dit a. is verkeerd; het steunt op een valsche opvatting van vrijheid. Er is een a., dat zich tegen allen militairen dienst verklaart, omdat militaire dienst als zoodanig gericht is op het voeren van een oorlog.
Dit a. wordt voorgestaan door sommige Protestantsche sekten (Quakers, Menisten), die leeren, dat alle oorlog in strijd is met de leer van Christus; en door vele anderen, die eiken oorlog als in zich onzedelijk en menschonwaardig beschouwen. Ook dit a. heeft dus valsche opvattingen ten grondslag. Vervolgens zijn er personen en groepen, die het a. aanhangen, omdat zij het kunnen gebruiken als een middel voor partijpropaganda, of als een middel om de bestaande maatschappelijke orde te ondermijnen. Ten slotte is er een goed a., dat zich nl. keert tegen de uitwassen van het moderne militairisme, dat de oorzaak is van een steeds verdergaande uitbreiding van de militaire macht en hooger opgevoerde bewapening, den volkeren ondraaglijke lasten oplegt en een voortdurende bedreiging is voor welvaart en vrede; om niet te spreken van de ontzaglijke gruwelen, die een oorlog, gevoord met de wapenen en strijdmethoden, die aan het moderne militairisme eigen zijn, over strijders en over de onschuldige bevolking zal brengen. Dit a. is een goede en volkomen gerechtvaardigde beweging. Hieruit volgt echter niet, dat ook alle middelen mogen aangewend worden, met name dienstweigering en aansporing daartoe. zie Dienstweigering, Oorlog, Militairisme, Vredesbeweging.
L i t.: F. Stratmann O.P., Wereldkerk en wereldvrede.
Bender.