Antikathode - van een röntgenbuis is een metalen onderdeel dezer buis. Het dient om de electronen, die de kathode uitzendt, op te vangen. Bij de remming dezer electronen door de a. ontstaan uit de vrijkomende energie voor een klein deel röntgenstralen en voor de rest warmte. Het eindvlak van de a. maakt een hoek van 45° met de as van de buis; daardoor komen de stralen loodrecht op de as van de buis naar buiten.
Om de röntgenstralen zooveel mogelijk uit een punt te laten komen, worden de kathodestralen naar een zeer klein oppervlak der a.,het brandpunt of focus, gericht. Op dat punt heeft dan een groote warmteontwikkeling plaats. Bij de constructie heeft men hiermede rekening moeten houden. Als materiaal wordt een plaatje wolfraam gebruikt. Indien de kathodestralen in een matig aantal op de a. samenkomen, hetgeen bij toepassing van röntgenstralen voor geneeskundige behandeling het geval is, is het soms reeds voldoende het wolfraamplaatje met twee dunne staven molybdeen te bevestigen. De wolfraamplaat wordt dan gloeiend heet en verliest zooveel warmte door straling, dat er juist evenwicht is tusschen de warmte, die door uitstraling wordt verloren en die, welke door remming der electronen wordt toegevoerd. Komen de electronen met groote energie tegen de a., zooals bij het vervaardigen van röntgenogrammen en soms bij behandeling het geval is, dan wordt het plaatje wolfraam in koper gevat. Dit koper is dan hol en bevat water, dat in een aangebracht vat buiten de buis kan circuleeren, of zet zich massief voort buiten de buis, waar het oppervlak, tot vergrooting van het warmteverlies, door platen of door bolvorm grooter is gemaakt.
Daar de a. tevens als anode dient, wordt dit geheel metalen deel met de hoogspanningsleiding, positieve pool, verbonden. Draaiende a. is een uitvinding der N.V. Philips Fabrieken te Eindhoven. Bij het opvoeren der energie zal boven een zekere waarde het metaal der a. op de plaats van het brandpunt door de toegevoerde warmte smelten. Om dit brandpunt niet steeds op dezelfde plaats te laten vallen, is het eindvlak der a. kegelvormig. Het vlak van den kegel maakt een hoek van 45° met de aslijn. De geheele a. wordt gedurende het gebruik in een draaiende beweging gebracht. Daardoor valt het brandpunt op achter elkaar volgende plaatsen der a. en wordt oververhitting van een punt voorkomen. Heukensfeldt Jansen.