Ned. rechtsgeleerde en staatsman; * tusschen 1660—’70 te Hoorn, ✝ 1629 te Den Haag. Sinds 1589 was D. advocaat-fiscaal van den Raad van State, sinds 1602 griffier van het Hof van Holland en sinds Jan. 1621, als eerste, raadpensionaris van Holland.
Het meest is hij bekend door zijn eigenhandig geschreven journaal (1590—1602) van Maurits’ veldtochten, welke hij als adv.-fiscaal verplicht was bij te wonen. Voor de krijgsgeschiedenis dezer jaren is dit werk de belangrijkste bron.
Het gedeelte over de jaren 1598 en 1599 ontbreekt in het manuscript, dat berust in de Kon. Bibl. te Den Haag en door Lod.
Mulder in 1862—1866 werd uitgegeven.Lit.: J. W. Wijn, Het krijgswezen in den tijd van prins Maurits (1934). Cornelissen Louisa Duykers Vlaamsche romanschrijfster; * 1869 te Antwerpen uit Hollandsche ouders. Schreef boeiende Katholieke tendenzromans, gewoonlijk uit de burgerij. Wat losjes gebouwd en vaag uitgedrukt.
Werken: Hoogere Vlucht (1900); Langs Verschillende Paden (1901); Lena (1906) ; Roza (1907); Gehuwd Leven (1912); Jantje (1919); Stormen (1921); Haar Man (1924); Zij die getrouw bleef (1927); De Terugweg (1931). Bewerkte ook met juff. Belpaire drie deeltjes van Wonderland.