Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Animisme

betekenis & definitie

Animisme - een bij de meeste natuurvolken levende gedachte, dat het menschelijk lichaam een geestelijk beginsel, een ziel (= anima) in zich draagt, die de oorzaak is van de menschelijke handelingen en van vele verschijnselen, zooals droomen, ziekte, dood. Dit zielebegrip wordt verder toegepast op dieren, planten, zelfs op levenlooze voorwerpen en leidt tot de vereering daarvan. De ziel kan het lichaam ook verlaten, bijv. in den slaap; zoo ontstaat het begrip vrije ziel, geest. De groote macht van dezen geest verklaart een reeks toestanden: bezetenheid, vallende ziekte, enz.

Deze veelvuldig waargenomen opvattingen werden door Tylor systematisch onderzocht en leidden tot de animistische theorie, waarin Tylor, langs een onafgebroken ontwikkelingsrij, tot den oorsprong van den godsdienst geraakt. Ontstaan in den bloeitijd van het evolutionisme, draagt deze theorie alle kenmerken daarvan in zich. Ze is meer dan 30 jaren allesoverheerschend geweest, maar latere studies hebben uitgewezen, dat het animisme niet zoo oud is, als Tylor meende; dat er nog een praeanimistische periode is voorafgegaan; dat het animisme geen verklaring is voor den oorsprong van den godsdienst. De theorie had echter de groote verdienste, dat zij een stoot gaf tot onderzoek en dat zij vele begrippen verhelderd heeft. zie Heidendom.

L i t.: E. B. Tylor, Primitive Culture (Londen 1872): J. Pnscher, Der Seelenbegriff im Animismus E. B. Tylors (Würzburg 1929); W. Schmidt, Ursprung und Werden der Religion (1930). Bouwman.

< >