Augustijn. * 1429 te Dresden, ✝ 1503 te Kulmbach. Groot ijveraar voor de Saksische Congregatie: een vereeniging van Augustijnenkloosters, die zich ter wille eener strengere observantie van de zgn. conventualen hadden afgescheiden.
Hij zelf was hiervoor van 1460 tot 1503 bijna onafgebroken vicaris-generaal. De Augustijnen van Haarlem en Enkhuizen behoorden eenigen tijd tot deze congregatie.Lik: Ossinger, Bibl. Aug. (Ingolstadt 1768); F. X. Duynstee O.E.S.A., Maarten Luther in de kritiek (1927); Lex. Theol. Kirche (VIII). Claesen