(Grieksch voor heilige man; verbastering van Osannder), Prot. godgeleerde. * 19 Dec. 1498 te Gunzenhausen bij Neurenberg, ♱ 17 Oct. 1552 te Koningsbergen. In 1520 priester, werd spoedig afvallig en wist als predikant van de Lorenz-kerk (sinds 1522) met Lazarus Spengler de reformatie van Neurenberg door te voeren. Sinds 1549 schreef hij als pastoor en theologie-professor van Koningsbergen vele strijdschriften, waarvan de disputatie van 1550: De Lege et Evangelio, de aanleiding werd tot den Osiandrischen strijd. Wel erkende O. hierin Luther’s beginsel van de rechtvaardiging door het geloof alleen, maar hij kon deze als een uitwendige toerekening van Christus’ verdiensten zonder inwendige gerechtigheid niet aanvaarden.
Met de terechtstelling van O.’s schoonzoon, den hofpredikant Johan Funk, in 1566 nam de strijd een einde.Lit. : W. Möller, A. O. (1870); Realenz. für prot. Theol. u. Kirche (XIV) ; Emm. Hirsch, Dio Theologie des A. O. (1919). Wachters.