Andreas - Apostel, broer van Petrus, afkomstig uit Bethsaida. Met Johannes was hij de eerste, die zich bij Christus aansloot (Joh. 1. 35—40). Later werd hij, tegelijk met Petrus, blijvend in Jesus’ gezelschap opgenomen (Mt. 4. 18).
Na Christus’ dood zou hij het evangelie verkondigd hebben in de landen aan den Donau, in Epirus en Thracië, en te Patras in Achaja den kruisdood gestorven zijn. zie Andreasgebed, St. Andriesnacht. Keulers.
Handelingen van Andreas. Eusebius (H. E. 3. 25) en andere oude getuigen spreken over dit apocryph als over een kettersch geschrift. Met uitzondering van enkele fragmenten zijn ze verloren. Meer is bewaard van den zgn. marteldood van Andreas, eveneens een apocryph. Het was bekend aan Gregorius van Tours, maar van gnostieke leerstellingen blijkt niets meer. De inhoud wordt gevormd door de gevangenneming, marteling en kruisdood van Andreas te Patras.
Uitg.; en lit.: Analecta Bollandiana (XIII 1894, 309 vlg.); E. Hennecke, Neutestamentliche Apokryphen (1924, 251). Greitemann.
Zusters van den Heiligen Andreas.
1° Kruisdochters van den Heiligen Andreas, congreg., gesticht in 1806 te Molante door de Eerbiedw. El. Bichier des Ages met behulp van den Zal. A. H. Fournet. Op 29 Juli 1867 goedgekeurd door Pius IX. De congreg. legt zich toe op onderwijs, armenzorg en ziekenverpleging. Tegenwoordig in Frankrijk, Italië, Spanje en Canada. Telt meer dan 3000 zusters.
2° Zusters van de Godd. Voorzienigheid van den H. Andreas, congreg., in 1820 gesticht door Abbé Gapp te Hombourg la Forteresse. Leggen zich toe op onderwijs en ziekenverpleging. Vele kloosters in Frankrijk en België.
3° Vrouwen van den H. Andreas, volgden den regel van Augustinus; congreg., in 1249 te Cambrai gesticht, tijdens de revolutie verdreven. In 1837 in België wederom opgericht als onderwijscongreg., met den regel van Ignatius. In 1857 kerkelijk goedgekeurd.
Lit.: Heimbucher, Die Orden und Kongreg. der kath. Kirche(III, 380, 388, 548 vlg.). J. v. Rooij.