Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Andijk

betekenis & definitie

Andijk - gem. in de prov. N. H. 74 km N.O. van Haarlem, grenzende aan het IJselmeer. Opp. 1490 ha; 4 235 inw. (1 Jan. 1932), waarvan 2 195 mannen en 2 040 vrouwen.

Ongeveer ⅙ van de bevolking is Kath. De gemeente vormt geen eigen parochie, maar boort onder Wervershoof. De bevolking vindt een bestaan in land- en tuinbouw en veeteelt; Andijker muisjes zijn een bekende aardappelsoort (komen ook uit omringende gemeenten).

Proefpolder: in 1926 werden bij Andijk 40 ha Zuiderzeebodem drooggelegd en in cultuur gebracht, ten einde beter inzicht te verwerven inzake beplanting, bemesting, enz. van de Zuiderzeegronden, die voor drooglegging in aanmerking komen.

van der Meer.

< >