Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Anamnese

betekenis & definitie

Anamnese - (Gr. ana = terug, mimnèskoo = herinneren) is 1°in de geneesk. het ziekteverhaal, zooals een patiënt dit spontaan of na vragen vertelt. Als een patiënt zelf zijn klachten niet vertelt (kinderen, geesteszieken), laat men dit door familieleden of bekenden doen. Familie-a. is het verhaal van ziekten der familieleden.

v. d. Sterren.
2°Philosophisch: herinnering; volgens Plato is alle verstandelijke kennis herinnering: de begrippen worden niet geput uit de zinnelijke ervaring, maar deze is enkel aanleiding tot het herleven der aangeboren verstandelijke kennis, door de ziel vóór haar vereeniging met het lichaam verworven tengevolge van een onmiddellijke aanschouwing der zie ideeën.
v. d. Berg.
3°Liturgisch is A. de wetensch. term voor het gebed in de H. Mis nà de Consecratie, volgens het bevel des Heeren: Doet dit ter mijner gedachtenis, nl. de Consecratie, deze verklarend als de actio, die Christus’ Offer in ,,Mysterium”-vorm tegenwoordig stelt. Zie Mis, liturgie der H.

Louwerse.

< >