Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Analphabeet

betekenis & definitie

Analphabeet - (Gr. a(n) = niet, alphabet), iemand, die noch lezen noch schrijven kan. Het aantal a. is kenmerkend voor den ontwikkelingstoestand van een volk. In Nederland behoort het analphabetisme zoo goed als tot het verleden (voor personen boven de 10 jaar: 0,3%), dank zij de leerplichtwet.

In België is nog 6% a.

De hoofdstaten telden in 1929 de volgende % a.:

Duitschland 0,02 Griekenland 30,0 Denemarken 0,2 Italië 30,7 Zweden 0,26 Oostenrijk 35,6 Zwitserland 0,5 Hongarije 47,5 Groot-Britannië Joegoslavië 49,6 en Ierland 1,0 Rusland 61,7 Finland 1,2 Roemenië 64,5 Frankrijk 3,5 Spanje 68,1 V.S. 10,7 Portugal 78,1 Voor de gehele aarde treft men 62% a. Voor de nationale centra de volgende %:

Berlijn 0,43 Leningrad 13,81 Praag 0,69 Warschau 16,96 Weenen 2,04 Moskou 22,42 Parijs 3,36 Boekarest 25,57 Boedapest 4,76 Lodz 31,95 Rome 10,95 Kijew 44,62 De analphabeet in het Ned. recht. Het B.W. voorziet op enkele plaatsen de mogelijkheid, dat een burger niet schrijven kan. Zoo vindt men in art. 21 tweede lid de bepaling, dat — indien één der partijen, of getuigen, die voor den ambtenaar van den burgerlijken stand verschenen zijn, de door dezen opgemaakte akte niet mocht kunnen teekenen — „de oorzaak des beletsels in de akte vermeld moet worden.” Het maken van een testament kan voor den a. moeilijkheden opleveren. Uiteraard kan hij geen olographisch of eigenhandig geschreven testament maken. Evenmin zal hij een geheim testament kunnen maken; want, al kan hij dit door een ander laten schrijven, de wet eischt, dat hij het eigenhandig onderteekent (art. 987 tweede lid B.W.). Hij zal dus slechts bij openbaar testament zijn uitersten wil kunnen bepalen. Weliswaar moet hij ook dit onderteekenen, maar dit vereischte is niet absoluut, aangezien art. 986 zesde lid bepaalt, dat „indien de erflater verklaart, dat hij niet kan onderteekenen. . . . ook deze verklaring en de oorzaak der verhindering in de akte moet worden vermeld.” Stoop.

< >