Anaglyphen - zijn beelden met ruimte-werking (sterioscopisch), waarbij het ruimte-effect (de derde dimensie) verkregen wordt door twee beelden, vervaardigd vanuit twee gezichtshoeken en in de complementaire kleuren, rood en groen, over elkaar heen te drukken. Wanneer men de ver verwijderde voorwerpen op de beelden op elkaar sluitend drukt, dan blijkt het, dat de voorwerpen op den voorgrond verschillen. Wanneer men nu het rechtsche opgenomen beeld rood, en het linksche groen drukt, dan zal men roode en groene randen door de beeldverschillen waarnemen.
Beziet men dergelijke beelden door een bril met één rood en één groen glas, het roode voor het rechter en het groene voor het linker oog, dan ziet het rechter oog het linksche groene beeld zwart, dus sterk afgeteekend tegen de omgeving, terwijl het rechtsche roode beeld niet afsteekt en geheel rood blijft. Op deze wijze neemt men een ruimtebeeld waar, zooals het effect is bij een sterioscoop, immers ons rechter oog ziet een dichtbijzijnd voorwerp meer links ten opzichte van den achtergrond en omgekeerd (convergeeren der oogen).
Rollmann gaf in 1853 dit anaglyphen-principe aan, terwijl in 1858 d’Almeida het ook in projectie toepaste.
Ziegler.