Amsterdamsche bank - algemeene credietbank. Hoofdzetel te Amsterdam. Opgericht in 1871 op initiatief van de Bank für Handel und Industrie te Darmstad, met het doel een nauwer contact tot stand te brengen tusschen de Nederlandsche en Duitsche geldmachten. Geplaatstkapitaalaanvankelijkgroot 10000000 gld. Na de crisis van 1878 bleek hiervoor onvoldoende emplooi te bestaan en werd het kapitaal door inkoop van eigen aandeelen en kapitaalsuitkeering aan aandeelhouders geleidelijk gereduceerd tot 6 000 000 gld.
Op dit bedrag bleef het gehandhaafd van 1877—1906. Sedert dien is het kapitaal mede in verband met de concentratiebeweging en de grootere credietbehoefte in de eerste na-oorlogsjaren, sterk uitgebreid. Op 31 December 1932 bedroeg het 65 000 000 gld. Dank zij een conservatieve dividendpolitiek vertoonde het reservefonds een vrijwel constante groei. Het bedroeg op 31 Dec. 1932 46 500 000 gld. Het balanstotaal was per dien datum 397 495 000 gld. Het dividend bedroeg over de boekjaren 1923— ’32 resp. 7, 71/*, F/i, 8*/», 81/« 99V,. 8, 0 en 5 %. De passeering van het dividend over 1931 hield o.a. verband met een verlies op pondenvorderingen. De A.B. heeft 10 bijkantoren te Amsterdam, 6 te Rotterdam en 23 in de provincie.
Bovendien is zij o.a. geïnteresseerd in het NoordHollandsche Landbouwcrediette Alkmaar, de Friesche Bank te Leeuwarden, de Bank van Doyer & Kalff te Zwolle, de Bank van Haf f mans & Steegh te Venlo en de S. D. Lankhuijzen & Co.-Bank te Raamsdonkveer. Kaag.