Ammerstol

betekenis & definitie

Ammerstol - Gem. in de prov. Z.H., aan de Lek, in het O. van de Krimpenerwaard. 1 018 inw. (1932), waarvan 96% Ned. Herv.

Opp. 73 ha; rivierklei, gebruikt als weiland. Eenige zalmvisscherij en -handel; mandenmakerijen, gevolg van griendcultuur.