Amicus en amelius - Vriendenpaar, uit de middeleeuwsche literatuur: thema van de offervaardige vriendschap, met de motieven van dubbelgangers: Amicus vervangt Amelius en redt hem in een godsgericht; van plaatsinneming bij de vrouw van den ander; met het scheidende zwaard; van genezing van melaatschheid door onschuldig kinderbloed. Amicus, om zijn bedrog met melaatschheid gestraft, verstooten door zijn vrouw, wordt genezen door het bloed van Amelius’ kinderen, die op wonderbare wijze herleven. Oostersch of Germaansch.
Werd behandeld, in het Lat., in hexameters, door Rodulfus Tortarius (ca. 1090), in een Vita; dan in ’t Fr. in een chanson de geste „Amis et Amile” met nog andere bewerkingen, in 13e en 14e eeuw in proza, in een mirakelspel, in een volksboek; in het Middelhoogduitsch door Konrad van Wurzbürg „Engelhart u. Engeltrut” en in proza; in ’t Eng. als „Amis and Amiloun”, in ’t Noorsch, in prozasage en rijmend gedicht. Beide vrienden werden vereerd te Montara (Italië), waar zij, op hun terugkeer van een bedevaart naar het H. Land, zouden zijn overleden.
Uitg.: K. Hofmann (Erlangen 21882); Eng. door Kölbing (Heilbronn 1884); Middelhoogduitsch door P. Gereke (Halle 1912).
Lit.: P. Schwieger, Die Sage von A. und A. (Berlijn 1885); J. Bédier, Lég. Ëp. (II). V. Mierlo