Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Amandel

betekenis & definitie

Amandel - is een klierachtig orgaan, bestaande uit lyinphoïd weefsel. Al de a. behooren tot den zgn. Waldeyerschen lymphatischen ring. Men onderscheidt: 1° de derde of neuskeel-a. in de neuskeelholte (adenoïd).

2° De tong-a. op het achterste deel der tong. Deze wordt vierde a. genoemd. 3° De keel- of verhemelte-a., ook tonsillen geheeten. De keel-a. zijn ronde of langwerpige kliertjes, die zich ter weerszijden van de tong bevinden, tusschen den voorsten en achtersten verhemelteboog. In de a. zijn kleine instulpingen of gangen, die men vanuit den mond als kleine openingen ziet; dit zijn de lacunen of krypten. Volgens sommigen behooren de a. tot de bloedbereidende organen, omdat zij witte bloedlichaampjes afscheiden.

Volgens anderen zijn de a. klieren met zgn. interne secretie. Velen huldigen de meening, dat de gezonde a. dienst doet bij het vernietigen van bacteriën. Een geheel tegenovergestelde meening wordt vaak in Amerika verkondigd, namelijk dat de a. organen zijn, die zoo spoedig mogelijk verwijderd moeten worden, omdat zij geen dienst doen en omdat van hen vele infecties uitgaan. Ndissen.

< >