Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Aloïs Jirásek

betekenis & definitie

Tsjechisch romanschrijver van anti-Katholieke strekking. * 1851 te Hronow, † 1930 te Praag. De behandeling van den historischen roman steunt bij J. op indrukwekkende geschiedkundige eruditie, maar niet minder op heftige nationalistisch-liberale partijdigheid; zijn talent van uitbeelder en verteller is onmiskenbaar, zijn psychologische ontledingskunst echter gering en de compositie zijner grootere werken brokkelig; het folkloristisch detail geeft soms een te opzichtige kleur aan z’n proza.

De vruchtbaarheid van J. was te groot (meer dan 50 dln.), dan dat alles van eerste gehalte kon zijn. J. had ook deel in de heropleving van het nationaal tooneel te Praag.Voorn. werken: Mezy proudy (trilogie: Tusschen stroomingen, 1886 vlg.); Proti vsjem (Tegen alles en allen, 1893); Bratrstvo (trilogie: De wapenbroeders, 1899 vlg.); Temno (De duisternis, 1913). F. L. Vek (1888-1905) en U nás (Tehuis, 1896-1903) zijn het langdradige, kroniekachtige verhaal van de Tsjechische nationale herleving.

Autobiogr.: Memoiren (1911 vlg.).

Lit.: Fric, A. J. (Praag 1921). Baur.

< >