Allmende wordt genoemd een deel van het gemeenschappelijk grondgebied, dat niet bewerkt wordt en waarvan de in het wild groeiende opbrengsten „allen gemeen” zijn. De a. omvat weiden, bosschen, moerassen en water; aanleg van weiden, aanplanting van bosschen, het planten van visschen blijft achterwege. Er zijn twee soorten van a.; elk dorp heeft zijn eigen a., welke slechts door de dorpsingezetenen mag benut worden. De tweede soort mag benut worden door meerdere dorpen, welke aan de a. grenzen: de grens heet „marca”, en wijl ze gemeenschappelijk eigendom is, heet ze de „gemeene” mark.
Lit.: B. Lacun, Allgemeine Geschichte der Wirtschaft (1932). M. Verhoeven