Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Alkaloïden

betekenis & definitie

zijn alkalisch reageerende, stikstofhoudende organische verbindingen, die in levende planten voorkomen; zij bezitten physiologische werking. De a.-chemie dateert van 1817, toen Sertümer het uit opium bereide morphine, dat hij reeds eerder kende als den drager van de belangrijkste opiumeigenschappen, als een alkalische stikstof houdende stof herkende.

Na deze ontdekking volgt de afscheiding van tal van dgl. stoffen uit het plantenrijk, die door bovengenoemde, aan alle gemeenschappelijke eigenschappen in één groep werden samengebracht. Later bleken ze naar hun chemische structuur in verschillende klassen te moeten worden gerangschikt. Vele bevatten een pyridinekern.De a. komen zeer verspreid in het plantenrijk voor; in hoofdzaak vindt men ze bij de tweezaadlobbige planten, bijv. bij de Papaveraceeën. Meestal komen in de a.-houdende plant meerdere a. naast elkaar voor; deze zijn dan chemisch en dikwijls ook physiologisch nauw verwant. Ze maken van de plant de werkzame bestanddeelen uit.

De meeste a. zijn vaste kristallijnen reukelooze verbindingen, met kenmerkenden smaak, goed oplosbaar in alcohol en aether, slecht in water. Met zuren verbinden ze zich tot in water oplosbare, goed kristalliseerbare zouten. De bereiding geschiedt gewoonlijk door extractie uit de gedroogde plantendeelen met een geschikt oplosmiddel.

De a. en de a.-zouten worden in de geneeskunde zeer veel gebruikt (bijv. cocaïne, atropine, chinine, morphine). In grootere hoeveelheden zijn de meeste ervan zware vergiften.

L i t.: Ullmann, Enzyclopadie der techn. Chemie (I 21928); Winterstein-Trier, Die Alkaloide (Berlijn 1931).

Bosch.

< >