Vlaamsche dichteres. * 16 Aug. 1896 te Antwerpen, ✝ 21 Mei 1933 aldaar, na jarenlange ziekte. In naïef-eenvoudige en frissche versjes, zonder eenig streven naar vormhernieuwing, zingt zij de ontroeringen uit van een kinderlijk-sentimenteel meisjesgemoed.
Haar verzen zijn zeer populair:
Vondelingskens (1920) beleefde in 1936 een 16e uitg., Op Zachte Vooizekens (1921)een 14e, Schaduw (1928), rijper en dieper, een 7e. Haar jeugdgedichten en nagelaten verzen werden in 1936 uitgegeven.
Lit.: Tazelaar, Keurgedichten van A. N.; id., Christelijk Lett. Studiën (1925,171-186); A. N. Herdacht (Antwerpen 1935). A. Boon