Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Alchemie.

betekenis & definitie

De waarschijnlijke bakermat der scheikunde of chemie is te zoeken bij de Grieksche philosofen (Democritus, Aristoteles)ende Egyptenaren. De ware oorsprong van het woord chemie is echter niet met volle zekerheid bekend.

Wel is van veel gewicht, dat de oude naam voor Egypte was: Cham of Chemi. Dit beteekent zooveel als zwart en wel vanwege de zwarte aarde der IN ijlst reek in tegenstelling met het roode woestijnzand. Volgens E. von Lippmann beteekende Chemi: het zwarte en bij de laat-Grieksche alchemisten: het zwarte praeparaat.De verandering van het woord chemi in alchemi is geschied door de Arabieren. In de 7e eeuw na Chr. waren deze machtig in Noord-Afrika. Zij leverden minstens één groot chemist nl. Geber (800 na Chr.). Deze trachtte goud te maken, schreef vele boeken en was vertrouwd met vele stoffen, zooals bijv. salpeterzuur. Hoewel een aanhanger van de atoomleer van Aristoteles, huldigde hij de theorie, dat alle metalen waren opgebouwd uit twee grondstoffen, nl. kwik en zilver.

Het voorvoegsel „al” in alchemi is niets anders dan het Arabische woord voor „de”. Zoodoende is te verklaren de uitdrukking „de zwarte kunst” voor de alchemie. Door Spanje verbreidde zich de studie der a. naar Europa. De a. zocht naar de quinta essentia, die als steen der wijzen onedele metalen in goud moest veranderen, en als aurum potabile alle ziekten moest genezen en het leven verlengen.

Bekende alchemisten zijn Raymundus Lullus (13e eeuw), Augarelli (15e eeuw) en Barnaud (16e eeuw). Vanaf het begin der 17e eeuw werd sterk geageerd tegen de beoefening der geheime lamst, die echter toch nog tot in de 18e eeuw, o.a. door de Rozekruisers, werd beoefend.

L i t.: Van Deventer, Grepen uit de historie der chemie (1924); Schmieder, Geschichte der Alchemie (1927); Moore, A history ol Chemistry. Zie verder de boekenlijst van het Chemisch Jaarboekje (III B 1932. 19—31).

v. d. Beek/Knippenberg.

< >