Ned. letterkundige. *2 Nov. 1871 te Rotterdam, ✝10 April 1933 te Baarn. Echtgenoote van P. →Steenhoff. Wijdde zich aan de letterkunde en werkte mede aan het maandblad Van Onzen Tijd. Haar droomerig neoromantisch proza verplaatst den lezer naar idyllisch-geïdealiseerde middeleeuwen.
Het is merkbaar, dat de schrijfster zich vooral tot jeugdige lezeressen richt. Haar verhalend werk is edel van reinheid. Haar eenvoudige poëzie treft herhaaldelijk door het kinderlijk-zuivere levensgevoel. In haar laatste levensjaren wijdde mevrouw S. zich hoofdzakelijk aan de Kath. vrouwenbeweging.
Asselbergs.Voorn. werken: Uit het Biënboec' (1904); Verzen (1904); Jan van Arkel (1907); Jacoba van Beieren (1908); Een abdisse van Thorn (1909); Holland (1917). Voorts vertaalde zij de hist. romans van R.H. Benson en bewerkte de sprookjes van Grimm en van Hauff.