(Diomedea exulans, myth., Diomedes, die in een vogel veranderd werd; exulare = verbannen zijn), zeer groote vogel, die het grootste deel van zijn leven op zee doorbrengt. De vleugels zijn lang en smal, het aantal slagpennen bedraagt 48, de vlucht meet 4,26 m; de snavel is sterk ontwikkeld, de bovensnavel is kromgepunt en over den ondersnavel gebogen; de pooten bezitten tusschen de drie teenen groote zwemvliezen; de kleur is wit met donkerbruine spikkeling en zwarte slagpennen.
Eenmaal in de lucht verheven, weet de a. zich urenlang zwevend te houden zonder merkbare beweging der vleugels. Ook kan hij zich door zijn machtige vlucht buitengewoon snel verplaatsen. Het geschreeuw, dat de vogel vooral bij het opvliegen of vechten om buit laat hooren, klinkt zeer onaangenaam. Het voedsel bestaat uit kleinere visschen en alles wat als aas aan de oppervlakte drijft. De vogels broeden in kolonies op de onbewoonde eilanden in de zeeën van het Zuidelijk halfrond; op Laysan worden van October tot December broedkolonies van tienduizenden exemplaren aangetroffen. Er wordt slechts een ei bebroed; de broedtijd duurt 60 dagen. De a. behoort tot de orde der stormvogels (Procella riifonnes). Willems.