(Gr. a = zonder, gramma = letter) is een spraakstoring, die zich openbaart:
1° in het onvermogen zich in zinnen uit te drukken;
2° in het gebrekkig handhaven der taalregels;
3° in het niet kunnen vormen van sommige klankcombinaties.
Er zijn 3 graden van a.:
1° zinnen worden noch spontaan gesproken, noch nagezegd: „Mimi au” beteekent: „De kat heeft me gekrabd!”
2° Er zijn rudimentaire zinsvormingen, waarin de woordverbuigingen ontbreken. In plaats van: „De duif zit op het dak”: „Duif is dak op”. Eenvoudige zinnen kunnen dikwijls goed worden nagezegd.
3° Er wordt syntactisch goed gesproken, maar met verkeerde woordverbuigingen.
Lit.: Dr. Max Nadoleczny, Kurzes Lehrbuch de Sprach- und Stimmheilkunde (Leipzig 1926); Branco v. Dantzig, Over Spraakgebreken en hunne bestrijding (1927).
v. Amelsvoort.