1° Fra Gu g l i e l m o, Italiaansch beeldhouwer. Leerling van Niccoló Pisano.
Zijn werken vertoonen de typische eigenschappen van den Gotischen stijl in Toscane, een vermenging van Gotische en antieke vormen, waarbij aan het compositioneele groote aandacht geschonken wordt. * 1238 te Pisa, + 1312 aldaar. In 1267 werd Agnelli leekenbroeder bij de paters Dominicanen. A. voerde sindsdien vooral opdrachten voor kloosters en kerken uit. In Bologna vervaardigde hij voor het graf van den H. Dominicuseen serie marmeren reliëfs. Voor de abdij van Settimo bij Florence bouwde hij een campanile.L i t.: W. Biehl, Toskanische Plastik im Mittelalter.
A. B. de Vries.
2° Salvatore, operacomponist ; * 1817, + 1874 te Palermo. Leerling van Eurno, Zingarelli, Donizetti.
Werken: La Jacquerie (1849); Léonore de Medicis (1855; L’apothéose de Napoléon I (cantate, 1856); Les deux avares (1860).