van geestelijken is een alleen voor geestelijken geldende kerkelijke straf (C.I.C. can. 2298, n. 10), die slechts voor bepaalde misdrijven n.(can. 2303 § 3, 2314 § 1 n. 2,2320, 2322 n. 1, 2328, 2350 § 1, 2354 § 2, 2359 § 2, 2379, 2394 n. 2, 2401) en met inachtneming van de regels van het kerkelijk strafprocesrecht mag worden opgelegd. Zij heeft verschillende rechtsgevolgen, doch de afgezette geestelijke behoudt de clericale privileges en verplichtingen (can. 2 303 § 1).
De a. is een minder zware straf dan de degradatie. W. Mulder.