gebruikelijke uitdrukking voor het kunstmatig beëindigen van een zwangerschap bij den mensch, vóórdat de vrucht levensvatbaar is, d.w.z. vóórdat zij buiten het lichaam der moeder in het leven kan blijven. Meestal geschiedt het af drijven door middel van mechanische middelen (inspuitingen in de baarmoeder, het brengen van bepaalde instrumenten in de baarmoeder).
Artsenijen worden ook wel ter afdrijving gebruikt, maar hunne werking is onzeker. Een betrouwbaar middel voor inwendig gebruik ter voortijdige beëindiging eener zwangerschap bestaat niet. De afdrijving eener levende vrucht is onder alle omstandigheden door de Katholieke zedeleer verboden. → Abortus provocatus, Miskraam, v. Rooy.
Strafrecht.
A. is strafbaar, als door dat ingrijpen de vrucht gedood wordt. Gestraft kan worden de vrouw, die in de verwachting van dien doodelijken afloop de a. bij zichzelf veroorzaakt of laat veroorzaken (art. 295 W. v. Str.) en degene, die met dezelfde verwachting de a. bij de vrouw veroorzaakt (art. 296 en 297). Omdat voor een veroordeeling wegens deze misdrijven het bewijs geleverd moet worden, dat tijdens de a. de vrucht leefde, en dit bewijs uiteraard zeer moeilijk is, werd bij de wet van 20 Mei 1911 Stbl. 130 daarnaast strafbaar gesteld degene, die opzettelijk een vrouw in behandeling neemt, de verwachting opwekkende, dat daardoor zwangerschap kan worden verstoord (art. 251 bis). Dit misdrijf verschilt niet onbelangrijk van de zooeven genoemde. Het voornaamste verschil is, dat hier het leven der vrucht niet behoeft te worden bewezen. Er behoeft hier zelfs niet eens werkelijke zwangerschap te bestaan. Toch heeft de wetgever niet kunnen bereiken, dat a. in den regel gestraft wordt. Naar aannemelijke schatting leidt het slechts bij een gering percentage tot vervolging en veroordeeling. De moeilijkheden voor ontdekking dragen daartoe bij. Immers, als de a. voor de vrouw goed afloopt, heeft ieder er belang bij te zwijgen, en lekt er ook wel niets van uit. De veelvuldigheid van a., ook in ons land, is vnl. toe te schrijven aan verslapping der Christelijke moraal ook op dit stuk, en aan het opkomen van nieuwe moraliteitsopvattingen dienaangaande.
L i t.: Treub, van Oppenraay, Vlaming, Het levensrecht der ongeboren vracht ; van Heynsbergen en van Balen Blanken, Abortus criminalis;Valkhof! in Tijdschrift van Strafrecht (XLI, 136): De vervolging en de bestraffing van den criminalen abortus in Nederland.
Pompe.