Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Aethelred II

betekenis & definitie

koning van Engeland, 978—1016, aanvaardde de regeering nadat zijn moeder Elfride haar stiefzoon Eduard II had vermoord. Er scheen aan zijn kroon een bloedschuld te kleven, hij vond de gehoorzaamheid, welke zijn vader E d g a r genoot, niet meer.

De Angelsaksische grooten streefden naar een vrije positie en dreven politiek op eigen hand. Ook hervatten de Denen hun rooftochten. Wijl hij een goeden raadsman miste, zocht A. door geweld en list zijn binnen- en buitenlandsche vijanden te overwinnen. Zijn bijnaam ,,de Onberadene” teekenthet weinige succes zijner pogingen. Eerst probeerde hij de rooftochten der Denen af te koopen, waarvoor zware belastingen moesten opgebracht worden (Denengeld); dan vaardigde hij voor de Angelsaksische bevolking het bevel uit alle in Northumberland aanwezige Denen in één nacht te vermoorden. Dat liep uit op het bloedbad van den St.

Bricciusnacht (13 Nov. 1002). Nu viel de Denenkoning Sven Gabelhart Engeland opnieuw binnen. Door een nieuwe belasting, het scheepsgeld, had A. een vloot bijeengebracht. De tweedracht onder de Angelsaksische grooten was oorzaak, dat A. naar zijn zwager Willem van Normandië moest vluchten.L i t.: John Lingard, History of England (I).

Slootmans.

< >