In de muziek de leer van het schoonheids wezen der muzikale elementen. Deze leer omvat ook alle philosophische beschouwingen over de verhouding der muziek tot magie, mystiek, ethiek, wijsbegeerte en de andere kunsten.
In alle tijden hielden denkers zich bezig met de beteekenis van het wezen der muziek. De Chineezen (Confucius), de Grieken (Plato). Later de H. Augustinus en tallooze andere geleerden en kunstenaars. Duitsche wijsgeeren en theoretici als Schopenhauer, Nietsche, Hanslick, Riemann, voegden nieuwe beschouwingen bij de vele klassieke theorieën. Ook de componist Richard Wagner behoort tot de muzikaal-aesthetische denkers gerekend te worden.L i t.: Combarieu, La musique et la magie; La musique, ses lois, son évolution ; M. Emmanuel, Histoire de langue musicale; Ed. Hanslick, Vom MusikalischSchönen ; Busoni, Entwurf einer neuen Aesthetik der Tonkunst.
E. Andriessen.