Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Aeneas Mackay

betekenis & definitie

Baron, Ned. staatsman. *29 Nov. 1838 te Nijmegen, ✝13 Nov. 1909 te Den Haag. Aanvankelijk werkzaam als advocaat, later bij de rechterlijke macht (1865-’88). In 1876 kreeg hij zitting in de Tweede Kamer, waar hij energiek de anti-revolutionnaire beginselen, met name het goed recht der bijzondere school, verdedigde.

Toen in 1888 de coalitie de meerderheid behaalde, vormde M. een nieuw kabinet (1888-’91), waarin hij eerst het dept. van Binnenl. Zaken en later dat van Koloniën (→Keuchenius) beheerde. Hij bracht een bescheiden subsidieering der bijz. school tot stand (1889).

Na het aftreden van het kabinet werd M. andermaal lid van de Tweede Kamer, terwijl hij in 1907 zitting kreeg in den Raad van State.Lit.: Diepenhorst, Onze strijd in de Staten-Generaal (2 dln. 1927-’29); De Bruyne en Japikse, Staatk. Gesch. v. Ned. in onzen tijd (VI z. j.). Verberne.

< >