gem. in de prov. Groningen, ten N.W. der stad Gron.; bestaat uit de kom, Den Ham en Den Hom; 1999 inw., opp. 3 033 ha; Ned.
Herv. kerk in alle drie dorpen, Doopsgez. kerk te Den Horn, Geref. kerkte A.; veeteelt, weinig landb. A.(Adwerth) was oorspr. een Cist. abdij, in 1192 door Klaarkamp gesticht, naar het voorbeeld van Clairvaux gebouwd. Ze bezat een door elf rechthoekige straalkapellen omgeven kruisbasiliek (1580 verwoest) met steenen overwelving. Zij werd in 1561 met het nieuwe bisdom Groningen vereenigd, doch wist ten koste van een pensioen haar onafhankelijkheid te herwinnen. In 1580 werd het kl. verwoest, in 1594 de goederen genaast. De ziekenzaal, in 1727 gerestaureerd, nu Ned.
Herv. kerk, is het eenige wat er nog van over is. In 1501 werd door bemiddeling van bisschop Frederik van Baden, gesteund door de Overijselsche steden, te A. een wapenstilstand gesloten tusschen de stad Groningen en de Saksers. zie Hendrik van Saksen.L i t.: L. Janauschek, Origines Cisterc. (I Weenen 1887, 194); A. Brugmans, De Kroniek van het kl. A. (Bijdr. en Med. van het Hist. Gen., XXIII 1902,1—188); R. Post, Het S.
Bernardusklooster te A. (Archief voor de gesch. van het aartsb., XLVII 1922; XLVIII 1923); Vermeulen, Gesch. der Ncd. Bouwk. (I 1928, 422).