Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Adriaensen

betekenis & definitie

l°de Oude,Alexander, Zned. schilder van stillevens. * 1687, + 1661 te Antwerpen. Leerling van A. v.

Laeck; 1610 vrijmeester te Antwerpen. Zijn vogel-, visch- en bloemstukken werden zeer gewaardeerd, o.a. door Rubens en Van Dijck.2° J. B., pseudoniemen Ja of Jan Jans. Was eerst onderwijzer, daarna verbonden aan den vertaaldienst der Eerste Kamer. * 20 October 1847 te Brussel. Leverde, naast vulgariseerende werkjes over kunstschilders e.d., schoolboekjes, een volkshistorie Tyl Uilenspiegel (1911) en Plastische verzen (1926), voor het tooneel onder den schuilnaam Ja: 13 eenakters van didactischen en sentimenteelen aard, taal- en letterkundig beneden peil, met tooneelmatigen inhoud.

Werken: Enkel het libretto : De Fortuna (1875) dient vermeld.

L i t.: J. Bernaerts, Tooneelgids (13e jg. 1927).

Godelaine.

3° Xaveer Lodewijk (pseudoniem Arie Sanden), Vlaamsch sclirijver, Norbertijner kanunnik te Averbode. * 1867 te Turnhout. Beschreef het leven der kleinstad in geestige, moraliseerende schetsen: Een Wereldje (1911); Leventjes (1922); In de Kluis.

< >